-

Geschiedenis en ontwikkeling van klassieke homeopathie

Periode vóór het ontstaan van klassieke homeopathie

Om een goed beeld te krijgen van wat homeopathie is, is het verstandig om eerst een stukje over de geschiedenis van homeopathie te vertellen. Het is heel lastig om een duidelijk begin te bepalen waar homeopathie begon. Dat komt omdat de term ‘homeopathie’ wel op een bepaald moment werd bedacht maar er waren al verschillende mensen die in een zelfde richting als homeopathie dachten. Een ervan is Paracelcus.

Paracelcus

Paracelcus

Philippus Aureolus Theophrastus Bombastus van Hohenheim, beter bekend als Paracelcus, was een bekende geneeskundige die leefde van 1493 tot 1541. Paracelsus was een reislustig persoon en kwam in veel verschillende landen terecht. Door zijn vader werd hij onderwezen in de natuurgeneeswijzen van die tijd. Hij studeerde geneeskunde aan verschillende universiteiten maar was ontevreden over de principes en toepassingen van die geneeswijzen. Hij gaf de voorkeur aan volksgeneeskunde, kruidenleer, etc. Maar ook met deze geneeswijzen was hij niet gelukkig en dus ging Paracelsus op zoek naar een beter alternatief.

Op een gegeven moment (1527) werd hem gevraagd les te gaan geven in geneeskunde in Bazel als stadsgeneesheer. De toenmalige methode was het voorlezen en becommentariëren van antieke teksten. Paracelsus wilde wel les geven maar vertelde alleen wat hij aan eigen ervaring had opgedaan. Hij kreeg het aan de stok met de artsen vanwege zijn lesmethode maar later ook met apothekers. Vanuit zijn functie als stadsgeneesheer was hij namelijk verplicht om de apothekers te controleren. Normaliter zag men de misstanden bij de apothekers door de ogen maar Paracelsus deed dat niet waardoor er behoorlijke conflicten ontstonden. De druppel die de emmer deed overlopen was een probleem met iemand die zijn behandeling niet wilde betalen. Paracelsus verloor de rechtszaak en beledigde de rechtbank. Hierop moest hij snel de stad verlaten om te voorkomen dat hij in de gevangenis terecht kwam.

In het boek Volumen Paramirum beschreef Paracelsus zijn ideeën over geneeskunde. Naast een sterk verband of parallellen tussen natuur/kosmos en de mens beschreef hij ook dat men een mens alleen kon genezen met een middel dat dezelfde ziektesymptomen kon veroorzaken.

Ontstaan en eerste periode van klassieke homeopathie - Samuel Hahnemann

S. Hahnemann

Samuel Hahnemann is eigenlijk de grondlegger van de homeopathie. Hij is geboren in 1755 in het stadje Meissen. Hahnemann werd door zijn vader al vrij snel gestimuleerd om goed en wetenschappelijk na te denken. Hij bleek een goede student te zijn en vooral goed in talen. Hij sprak al op jonge leeftijd vloeiend Engels, Frans, Grieks en Latijns naast zijn moedertaal Duits. Omdat hij zo goed zijn talen beheerste gaf hij al op 12-jarige leeftijd les aan leeftijdgenoten. Ondanks zijn affiniteit met talen ging hij toch geneeskunde studeren in 1775. Hij begon in Leipzig maar besloot dat deze stad niet voldoende medische faciliteiten had zodat hij zich voldoende kon ontwikkelen. Vandaar dat hij naar verschillende andere steden ging om kennis en ervaring op te doen. Onder andere woonde hij een tijd in Hermannstadt waar hij een rijke man genaamd Samuel von Brukenthal hielp bij het catalogiseren en ordenen van zijn bibliotheek/museum. Daardoor kreeg hij ook de gelegenheid om zich verder te bekwamen in taal en andere wetenschappen. Uiteindelijk studeerde hij in 1779 af en begon een praktijk als arts. Als medicus had hij verschillende baantjes in verschillende dorpen en steden. Al tijdens zijn studie kreeg Samuel Hahnemann twijfels over de geneeskunde en vroeg zich hardop af of mensen niet beter af waren zonder artsen en met meer hygiëne.

Johanna Leopoldine Henriette Hahnemann

In 1782 trouwde Samuel Hahnemann met zijn eerste vrouw, Johanna Leopoldine Henriette. Kort daarna raakte Samuel Hahnemann helemaal teleurgesteld in de tekortkomingen, schadelijke gevolgen en zinloosheid van de geneeskunde in zijn tijd. Men schreef toen als therapie voor: aderlaten, klysma’s, hete ijzers, grote hoeveelheden chemicaliën, opwekken van braken en zweten, plaatsen van bloedzuigers, Spaanse vliegenpleisters, koppen zetten, etc. Hij richtte zich vanaf 1784 daarom meer op vertalen en les geven in talen in plaats van geneeskunde. Dit deed hij ook al tijdens zijn studie om geld bij te verdienen maar hij maakte er nu zijn werk van. In zijn tijd was Samuel Hahnemann een gerespecteerd en kundig vertaler die heel veel artikelen en boeken vertaalde. Tussen 1777 en 1806 vertaalde Samuel Hahnemann 24 grote boeken en vele artikelen. De boeken waren vooral van medische en scheikundige aard, vandaar dat hij de medische wetenschap dus niet helemaal de rug toe had gekeerd. Op een gegeven moment was Samuel Hahnemann zelfs beter bekend om zijn kunde als vertaler en chemicus dan als medicus. Dat hij veel boeken vertaalde, had voor Samuel Hahnemann het voordeel dat hij op de hoogte was van de laatste ideeën, kon nadenken over veel problemen en een brede kennis kreeg van de medische en chemische wetenschap.

Wiliam Cullen

Hij vertaalde niet zomaar de boeken van het Engels en Frans naar het Duits maar voegde ook veel voetnoten toe en corrigeerde de tekst regelmatig. In 1790 vertaalde Samuel Hahnemann de Materia Medica van William Cullen. In dit boek stond bij het middel kinabast vermeld dat het goed hielp bij het bestrijden van malaria. De verklaring van William Cullen was volgens Hahnemann niet correct (William Cullen dacht dat kinabast een tonische werking had op de maag) en hij besloot om een proefje te doen: Samuel Hahnemann nam zelf kinabast in en keek wat de symptomen waren. Toen bleek dat de symptomen die hij kreeg door kinabast in te nemen grofweg dezelfde waren als iemand die aan malaria leed (intermitterende koorts, krampen, etc.). Toen kreeg Hahnemann het idee dat de reden dat kinabast hielp bij het bestrijden van malaria wel eens kon zijn dat het bij gezonde mensen dezelfde symptomen kan opwekken. Het eerste principe van homeopathie was hiermee geboren: similia similibus curentur, oftewel het gelijke met het gelijkende genezen. Het schijnt dat dit idee voor hem bevestigd werd toen hij rond deze tijd te maken kreeg met een familie waarvan elk familielid roodvonk kreeg behalve een zoon die een drankje dronk waarin wolfskers (belladonna) zat. Omdat wolfskers soortgelijke klachten kan veroorzaken als die bij roodvonk voorkomen zou het wel eens kunnen dat hij daardoor geen klachten kreeg.

Om deze hypothese te testen ging hij proeven doen met andere middelen om te kijken wat het effect was op gezonde mensen. In eerste instantie deed hij deze proeven met zichzelf en met zijn familie maar naarmate de tijd verstreek hielpen ook een handvol andere mensen hem. Men noemt deze proeven geneesmiddelproeven. Ook ging hij beschrijvingen van vergiftigingsgevallen verzamelen om hieruit informatie te halen. Uiteindelijk was tegen het einde van Samuel Hahnemann’s leven informatie bekend over een kleine 100 middelen. In 1796 verspreidde Samuel Hahnemann een artikel waarin hij het principe van similia similibus curentur beschreef.

Sinds het ontstaan van het idee dat men het beste de werking van homeopathische middelen kon bepalen door het te testen op gezonde mensen liep hij tegen een probleem aan: hoe kan je de geneesmiddelen testen zonder dat er slachtoffers vallen of mensen ziek worden? De voor de hand liggende oplossing was natuurlijk om de stoffen die hij wilde testen te verdunnen om zo de stof minder toxisch te maken. Samuel Hahnemann experimenteerde met steeds onwaarschijnlijkere verdunningen en op een gegeven moment ging hij het proces van verdunnen combineren met schudden. De combinatie van verdunnen en schudden noemen we potentiëren. Bij deze experimenten ging hij erg ver, zelfs zo ver dat het onwaarschijnlijk leek dat de oplossingen nog effect zouden hebben. Samuel Hahnemann was een wetenschapper in hart en nieren maar had het geluk dat hij niet bevooroordeeld was en liet zich alleen leiden door de resultaten van zijn experimenten.

Het leven van Samuel Hahnemann was niet bepaald bestendig en constant, hij verhuisde heel erg vaak en zeker in zijn tijd was dat een gevaarlijke onderneming. In de periode 1792-1804 woonde hij zelfs in 14 verschillende steden.

Vanaf 1792 woonde hij een tijd in Georgenthal waar hij probeerde een psychiatrische instelling van de grond te krijgen. Zijn enige patiënt daar was de heer Klockenbring, een vooraanstaande man. In tegenstelling tot andere artsen in zijn tijd behandelde Samuel Hahnemann zijn patiënt niet met (stok of zweep)slagen, vastbinden, onderwerpen, voorschrijven van giftige stoffen en gebruiken ter vermaak van bezoekers, maar observeerde Klockenbring in eerste instantie en probeerde dan op een humane manier hem te behandelen. Uiteindelijk lukte Samuel Hahnemann dat en genas Klockenbring.

In 1796 begon Samuel Hahnemann weer actief een geneeskundige praktijk om zijn ervaringen wat grootschaliger toe te passen.

In 1800 had Samuel Hahnemann al heel veel nagedacht over en geëxperimenteerd met zijn geneeswijze en ging hij les geven in zijn nieuwe geneeskunde: homeopathie. Hij had inmiddels ook veel ervaring opgedaan met zijn nieuwe geneeswijze en er waren meer mensen die hierin geïnteresseerd waren. Samen met zijn gezinsleden en vrienden ging hij verder met de geneesmiddelproeven en het onderzoeken van zijn geneeswijze, aangemoedigd door de successen die hij had. Aan de hand van zijn ervaringen kwam in 1810 zijn eerste editie van zijn boek ‘Organon van de rationele kunst van het genezen’ uit. Met de titel wilde hij duidelijk maken dat zijn therapie gebaseerd is op rationeel denken. De term ‘organon’ betekent een ‘methode (voor het overdragen van kennis)’ of ‘een systeem van principes’. Er zouden in totaal 6 edities van de Organon (zoals het boek in het kort wordt genoemd) geschreven worden waarvan de laatste pas in 1921 gepubliceerd werd. In de Organon staan als het ware de regels en principes van de homeopathie beschreven.

Het volgende belangrijke werk dat Samuel Hahnemann publiceerde (in delen) was zijn Materia Medica Pura. Er werden tijdens het leven van Hahnemann verschillende edities gepubliceerd maar de eerste druk van het eerste deel verscheen in 1811. De term ‘materia medica’ betekent ‘medisch materiaal’ (een verzameling van medische informatie van geneesmiddelen) terwijl de toevoeging ‘pura’ aangeeft dat het puur (in de zin van zuiver, eerlijk, echt) is. Deze Materia Medica Pura was de eerste verzameling van informatie van geneesmiddelen die gebaseerd was op geneesmiddelproeven. Voor die tijd speculeerde men veel over stoffen en hun mogelijke werking en waren de beschrijvingen van de werking van medicatie gebaseerd op aannamen, speculatie, ervaringen en niet op een of andere vorm van testen. De Materia Medica Pura is een verzameling van informatie die Hahnemann kon vinden aan de hand van geneesmiddelproeven en vergiftigingsverschijnselen. De symptomen die bij de verschillende middelen beschreven stonden waren dus ook daadwerkelijk door de middelen geproduceerd en konden vanwege het gelijkheidsprincipe gelijksoortige klachten genezen.

In de tijd dat Samuel Hahnemann leefde kwam het regelmatig voor dat er een epidemie heerste waardoor er veel slachtoffers vielen. Tijdens enkele epidemieën kon Samuel Hahnemann ook in grote aantallen laten zien dat homeopathie werkte. De eerste epidemie waarin hij homeopathie uitprobeerde was in 1800 tijdens een roodvonk epidemie. Hij zag dat de verschillende patiënten vergelijkbare symptomen hadden en besloot mensen succesvol met Belladonna te behandelen. In 1813 verspreidde een tyfus epidemie zich in navolging van Napoleons leger dat zich door Duitsland terug trok van de veldslag in Rusland. Samuel Hahnemann behandelde 180 patiënten waarvan slechts 2 oudere patiënten stierven. Ten opzichte van zijn collega's die met reguliere geneeskunde de patiënten behandelden was dit aanzienlijk beter omdat tijdens deze epidemie 30% van de patiënten stierven die door reguliere artsen behandeld werden. Een vergelijkbaar resultaat kon men zien tijdens de cholera epidemie rond 1831: ongeveer 40-80% van de patiënten behandeld door reguliere geneeskunde stierven ten opzichte van 5-10% van de homeopathisch behandelde patiënten (over heel Europa gezien). Dit was mogelijk dankzij de studie van Samuel Hahnemann die in staat was om te bepalen welke middelen nodig waren, zodat zijn homeopathische collega's verspreid over Europa adequaat konden reageren. Vergelijkbare resultaten werden in latere epidemieën geboekt waarbij onder homeopathische zorg soms wel tot tien keer minder patiënten overleden dan tijdens de reguliere geneeskundige behandeling.

Leizig

In 1812 verhuisde Samuel Hahnemann voor de derde keer naar Leipzig. In die tijd was het een belangrijke stad op het gebied van de medische wetenschap. Hij wilde daar mensen gaan behandelen, les geven en zijn ideeën verder uitwerken. Al vrij snel kreeg hij het aan de stok met de lokale apothekers omdat die veel geld konden verdienen aan de grote hoeveelheden ‘medicatie’ die in die tijd werden voorgeschreven. Binnen de homeopathie worden echter maar een paar korreltjes voorgeschreven en zijn er geen grote hoeveelheden grondstof nodig. Daarbij kwam dat Samuel Hahnemann zijn homeopathische middelen ook nog zelf ging maken omdat de lokale apothekers niet voldoende kennis hadden van de homeopathische bereidingswijze van middelen en vaak niet betrouwbaar genoeg werkten. Ook de lokale artsen waren niet gelukkig met de komst van Samuel Hahnemann omdat hij hun wereldbeeld behoorlijk ondermijnde. Het was zijn eigen schuld dat Samuel Hahnemann in oppositie kwam met de artsen omdat hij tijdens zijn lessen veelvuldig zijn onvrede en minachting voor de reguliere geneeskunde uitte op een behoorlijk ondiplomatieke manier. Het resultaat was dat hij in 1821 weer uit Leipzig weg moest omdat hij geboycot werd en boetes kreeg als hij zijn werk bleef voortzetten. Zijn tijd in Leipzig werd ook gebruikt om veel geneesmiddelproeven te doen. In die periode vormde hij een groep mensen (naast zijn eigen familie en vrienden) die regelmatig geneesmiddelproeven deden. Deze groep mensen bestond voornamelijk uit studenten (artsen) die naar zijn lessen kwamen in de universiteit van Leipzig.

In 1828 publiceerde Samuel Hahnemann (hij woonde toen inmiddels in Koethen) nog een belangrijk boek, namelijk de Chronische Ziekten. Het is een boek met een theoretisch gedeelte en een beschrijving van een aantal middelen. Hij was namelijk in al die jaren niet gelukkig met het feit dat mensen ondanks dat ze genazen van hun klachten, vaak nog klachten terug kregen. Door te experimenteren met zijn patiënten ontdekte hij een systeem bij mensen die chronisch ziek waren. Een belangrijk punt daarbij was dat hij de chronische ziekten in 3 categorieën verdeelde. Een dergelijke categorie noemde hij miasma, een term die in die tijd betekende ‘een wolk van dampen die ziekte veroorzaakte’ of ‘een invloed of atmosfeer die neigt om te vernietigen of negatief te beïnvloeden’. De drie miasma’s waren gebaseerd en afgeleid van bepaalde ziekten. De drie miasma’s die hij had ontdekt noemde hij psora, sycose en syfilis.

Clemenz von Boenninghausen

Samuel Hahnemann was iemand die niet zomaar iets voor waar aan nam en was bereid om eerst dingen te onderzoeken en te testen, voordat een principe of methode werd aangenomen. Enkele voorbeelden van zijn experimenten en testen zijn bijvoorbeeld het laten opsnuiven van een homeopathisch middel, twee middelen tegelijk geven en het alterneren van middelen. Echter op al deze experimenten komt hij na een tijdje terug en geeft aan dat het niet werkt of niet verschilt van andere methoden. Zo schreef hij in 1833 dat het opsnuiven van een middel geen toegevoegde waarde heeft. Kort hierna is dit gebruik dan ook verdwenen terwijl het op dit moment wel weer zijn herintrede doet bij een bepaalde stroming binnen de homeopathie. Ook schreef Samuel Hahnemann in brieven naar zijn collega’s (dr. Aegedi en dr. Boeninghausen) dat hij na het uitproberen in de praktijk het niet goed vond om 2 middelen tegelijk of afwisselend (alternerend) te geven.

Nadat homeopathie een vlucht had genomen en steeds meer artsen dit gingen uitoefenen ontstonden er steeds meer problemen over wat precies homeopathie was en hoe men het moest uitoefenen. Daardoor ontstonden in de periode van ongeveer 1832 tot en met 1835 steeds meer conflicten tussen homeopaten en niet-homeopaten, maar ook tussen homeopaten onderling. Samuel Hahnemann bemoeide zich via schriftelijke correspondentie veel met collega’s en gaf vaak advies en reacties op publicaties. Soms waren de discussies bijzonder fel. Het gaf aan dat Samuel Hahnemann bijzonder gedreven was om homeopathie goed toe te passen.

Marie Melanie d’Hervilly

In 1830 stierf de eerste vrouw van Samuel Hahnemann (Johanna Henriette Leopoldine) na een kort ziekbed. Hij was toen 75 jaar oud en hij was 48 jaar getrouwd met zijn eerste vrouw, Johanna Henriette Leopoldine. In 1834 ontmoette hij echter Marie Melanie d’Hervilly. Zij kwam naar hem om geholpen te worden met haar klachten, om homeopathie te leren of wellicht een andere reden. Ze werden verliefd op elkaar en Samuel Hahnemann hertrouwde in 1835. Zijn tweede vrouw was ongeveer 34 jaar oud op dat moment dus er was een behoorlijk leeftijdsverschil. Later dat jaar vertrok Samuel Hahnemann met zijn vrouw naar Parijs. Er waren veel mensen die schande spraken van zijn huwelijk met een veel jongere vrouw.

In Parijs kwam hij met de rijke en invloedrijke patiënten in contact. Melanie nam inmiddels een belangrijke plek in naast Samuel omdat zij de aantekeningen bij hield in zijn dossiers, manuscripten van boeken en andere documenten. Zij beheerde later ook het manuscript van de 6e editie van de Organon en gaf het niet zomaar vrij voor publicatie. Vandaar dat het pas in 1921 werd gepubliceerd.

In de periode dat Samuel Hahnemann in Parijs woonde, ging hij nog steeds door met experimenteren: vooral een andere manier van doseren en bereiding van middelen werd toen door hem onderzocht.

In 1843 overleed Samuel Hahnemann in Parijs aan een bronchitis. Op zijn leeftijd bleek dit fataal te zijn. Hij werd in eerste instantie begraven in Montmartre maar later werd hij verplaatst naar Pere Lachaise, het beroemde kerkhof in Parijs waar veel beroemdheden begraven zijn.

Verspreiding van homeopathie buiten Duitsland en periode na Samuel Hahnemann

Tijdens het leven van Samuel Hahnemann waren er studenten en geïnteresseerden die naar het buitenland verhuisden. Op die manier werd homeopathie verspreid naar het buitenland.

Constantine Hering

Constantine Hering

Veel Duitse homeopaten gingen ook naar Amerika. De voornaamste, met betrekking tot de verspreiding van homeopathie in Amerika was Constantine Hering (geboren in 1800). Deze man was niet de eerste die homeopathie naar Amerika bracht maar wel diegene die het meeste deed om het van de grond te krijgen. In 1817 ging Constantine Hering geneeskunde studeren in Leipzig onder leiding van Dr. Robbi. In 1821 was er veel weerstand tegen homeopathie en met name tegen de inhoud van de Organon. Dr. Robbi werd gevraagd om een boek te schrijven waarin bewijzen tegen de Organon werden verzameld. Deze taak delegeerde hij aan zijn student die er eind 1822 bijna mee klaar was. Om het boek te schrijven las Constantine Hering de Organon en de Materia Medica Pura vaak en werd gegrepen door het feit dat Samuel Hahnemann vroeg om zijn stelling te testen en hem te beoordelen op de resultaten, een voor die tijd ongekende bewering en stellingname. Constantine Hering besloot om ook een geneesmiddelproef met kinabast te doen en moest concluderen dat Samuel Hahnemann gelijk had. Ook na andere experimenten veranderde hij van mening en schaarde zich achter Samuel Hahnemann in plaats van Dr. Robbi. Ook uit eigen ervaring kon hij er niet omheen dat homeopathie werkte: in 1824 sneed hij zich tijdens het oefenen op een lijk in de vinger waarna deze flink ging ontsteken en koudvuur ontstond. Normaliter zou de vinger geamputeerd moeten worden maar een student van Samuel Hahnemann hielp hem met een homeopathisch middel.

In 1833, enkele jaren na zijn afstuderen vertrok Constantine Hering naar Allentown, Pensylvania om daar een homeopathische opleiding te beginnen. Hij was bijzonder actief op het gebied van homeopathie: naast een grote praktijk deed hij veel geneesmiddelproeven bij zichzelf (72 middelen), schreef veel artikelen en stelde een encyclopedie van 10 delen samen waarin alle materia medica informatie, die op dat moment bekend was, stond opgesomd. James Tyler Kent zou later zijn materia medica lessen baseren op onder andere die boeken. Ook communiceerde hij per brief vaak met Samuel Hahnemann en andere homeopaten uit zijn tijd over homeopathie. In 1880 overleed hij.

Frederick Hervey Foster Quin

Frederick Hervey Foster Quin

Homeopathie werd naar Engeland gebracht door Dr. Frederick Hervey Foster Quin. Hij studeerde in 1820 af als arts en was in de gelegenheid om veel te reizen. Tijdens zijn reizen ontmoette hij Samuel Hahnemann waardoor hij geïnteresseerd raakte in de nieuwe geneeswijze homeopathie. Toen hij in Tsjecho-Slowakije tijdens een cholera epidemie met het middel Campher (gekozen op advies van Samuel Hahnemann) succesvol patiënten behandelde was het duidelijk dat hij verder wilde gaan met homeopathie. In de periode dat Samuel Hahnemann in Parijs woonde, ging Dr. Quin regelmatig bij Samuel Hahnemann op bezoek.

Omdat Dr. Quin rijk was en erg prettig gezelschap had hij makkelijk toegang tot de rijke en invloedrijke mensen in Engeland. Dat resulteerde in het feit dat het Britse Koningshuis tot op heden beschermheer is van homeopathie. Een andere bekende homeopaat uit Engeland, Sir John Weir, was zelfs behandelend arts van zes verschillende monarchen uit drie verschillende landen. Dr. Quin richtte de British Homeopathic Society (BHS), een homeopathisch ziekenhuis in Londen en het British Journal of Homeopathy op. Van daaruit ontwikkelde homeopathie in Engeland zich verder.

James Tyler Kent

James Tyler Kent

James Tyler Kent was een Amerikaanse homeopaat, geboren in 1849. In eerste instantie hield hij zich vooral bezig met ‘eclectische geneeskunde’. Deze vorm van geneeskunde was gebaseerd op de gewone reguliere geneeskunde uit die tijd maar werd aangevuld met natuurgeneeswijze, homeopathie, chiropractie etc.

Op 26-jarige leeftijd trouwde hij met zijn vrouw en startte een praktijk in Saint Louis (Missouri) waarin hij vooral reguliere geneeskunde beoefende. Hij was serieus, werkte hard en publiceerde veel goede artikelen in tijdschriften.

Toen hij 28 was mocht James Tyler Kent les geven in anatomie in de American College of Saint Louis. Niet lang daarna werd zijn vrouw ziek en lukte het James Tyler Kent niet om haar te genezen. Zijn vrouw vroeg of hij een homeopaat uit de buurt wilde vragen of hij haar wilde behandelen. James Tyler Kent was er op tegen maar zwichtte toch omdat er geen alternatief leek te zijn. De homeopaat was bereid om de patiënte te behandelen en het lukte hem om haar te genezen met een paar kleine (homeopathische) korreltjes. James Tyler Kent was zeer verbaasd en onder de indruk. Hij stortte zich op het bestuderen van de Organon en andere literatuur die beschikbaar was. Vele nachten studeerde hij en gaf er zelfs zijn baan voor op om meer tijd te hebben om te kunnen studeren. Na enkele maanden was hij overtuigd van de waarde van homeopathie. Hij realiseerde zich dat geneeskunde zich voornamelijk richtte op het behandelen van eindresultaten terwijl in de homeopathie de kern wordt aangepakt.

In 1881 ging James Tyler Kent les geven in een homeopathische opleiding, in eerste instantie anatomie maar later materia medica. Op een gegeven moment stierf zijn vrouw alsnog en was het een moeilijke tijd voor James Tyler Kent. Hij stortte zich meer op zijn werk en zocht ook heil in de filosofie van Swedenborg. Dit had effect op de manier waarop hij de materia medica en homeopathie later ging benaderen.

Later trouwde hij met zijn tweede vrouw Clara-Louise. In eerste instantie kwam ze bij hem in behandeling omdat ze allerlei klachten had. Ze was hiervoor al door verschillende bekende homeopaten behandeld maar het had geen baat. James Tyler Kent realiseerde zich dat ze allemaal een denkfout hadden gemaakt en hielp haar, voor zover het nog kon, er boven op.

Op een gegeven moment besloot hij om naar Chicago te vertrekken om daar les te gaan geven in het Dunham Medical College, ook weer in het vak materia medica. De tijd in Chicago was het meest productief omdat hij naast les geven ook een medisch centrum opende en drie van de belangrijkste boeken schreef die we nu nog kennen. Hij schreef op aandringen van zijn studenten een boek dat de Organon verder zou uitleggen en waarin hij zijn mening zou geven over de Organon: ‘Lectures on Homeopathic Philosophy’ (1900). Het tweede boek dat hij schreef was ‘Lectures on homeopathic materia medica’ (1904), een materia medica die qua stijl volledig anders was dan de voorgaande boeken over dit onderwerp. Voor deze materia medica was het namelijk zo dat de materia medica’s uit een opsomming van symptomen bestonden. James Tyler Kent beschreef de middelen meer in verhalende vorm en begon meer nadruk te vestigen op de mentaal/emotionele kant van het middel. Als laatste schreef hij ook het belangrijkste repertorium (eerste editie 1897) dat nu nog de basis vormt van de belangrijkste andere repertoriums.

Op een gegeven moment (1916) besloot James Tyler Kent zich terug te trekken op het platteland. Bij aankomst kreeg hij last van zijn longen en stierf na twee weken.

James Tyler Kent zorgde voor meer diepgang en zorgde ervoor dat er weer meer goede homeopaten kwamen want tegen die tijd was het niveau behoorlijk gedaald. James Tyler Kent was na S. Hahnemann een van de belangrijkste homeopaten en heeft veel betekend voor de inzichten in klassieke homeopathie.

George Vithoulkas

George Vithoulkas

George Vithoulkas (geboren in 1932) is een Griek die oorspronkelijk in Zuid-Afrika werkte als werktuigbouwkundige. Daar kreeg hij op een gegeven moment een boek in zijn handen dat heette ‘Pocket manual of homeopathic materia medica and repertory’ van W. Boericke. Dit boek las hij en begreep toen dat als het waar was wat er in stond, hij veel mensen kon genezen. Hij is de middelen die erin beschreven staan gaan toepassen op mensen uit zijn omgeving en merkte dat het goede resultaten gaf. Daarop is hij homeopathie beter gaan bestuderen en is op een gegeven moment naar India gegaan om daar een opleiding te gaan volgen.

Na afloop van de opleiding is hij in Griekenland begonnen met het behandelen van patiënten. Gaandeweg werden steeds meer artsen geïnteresseerd in zijn geneeswijze. Daardoor was het mogelijk om een trainingcentrum van verschillende artsen op te bouwen waarin heel veel patiënten behandeld werden onder zijn supervisie. Op die manier deed hij bijzonder veel ervaring op, wat later weer van pas kwam bij het schrijven van zijn boeken, het les geven en het uitwerken van al bekende homeopathische principes.

In 1995 sticht hij de International Academy of Classical Homeopathy. Deze groeit uit tot een internationale opleiding voor klassieke homeopathie waardoor het niveau en de bekendheid van homeopathie weer toe neemt. Veel van zijn studenten speelden een belangrijke rol in de wederopbouw en verspreiding van de oorspronkelijke homeopathie. Uit de hele wereld komen homeopaten nog steeds naar zijn opleiding om zich te bekwamen in klassieke homeopathie. In 1996 krijgt George Vithoulkas de Right Livelyhood Award voor zijn inspanningen om homeopathie als geneeswijze te promoten en te verspreiden.

In de periode vóór George Vithoulkas zat homeopathie helaas wat betreft kwaliteit en populariteit in een dal. Vandaar dat hij wilde proberen om homeopathie weer professioneler te maken en meer aanzien te geven. Daarvoor heeft hij een trainingcentrum in Alonissos opgebouwd, verschillende boeken gepubliceerd en heeft hij zich veel ingezet om via de media homeopathie weer terug op de kaart te zetten.

In 2006 is het hem zelfs gelukt om een Masters Degree in homeopathie te ontwikkelen en erkend te krijgen.

Huidige situatie

De laatste jaren (10-15 jaar) ontstaan echter verschillende stromingen binnen de klassieke homeopathie. Men duidt die verschillende vormen aan door de naam van de voornaamste persoon binnen die stroming te gebruiken. Op het moment zijn in Nederland de stromingen van George Vithoulkas, Rajan Sankaran, Jan Scholten en ziekteclassificatie het meest vertegenwoordigd. Het is niet zo dat er een duidelijke begrenzing is tussen de verschillende stromingen en soms is er best veel overlap. De manier waarop de principes van een stroming gebruikt worden is ook afhankelijk van de behandelend homeopaat. Meer over de inhoud van de verschillende stromingen wordt in het artikel 'Wat is homeopathie?’ besproken. Helaas heeft het ontstaan van verschillende stromingen niet ertoe geleid dat de kwaliteit van homeopathie is toegenomen. Veel klassiek homeopaten praktiseren naar eigen inzicht en wijken in vele gevallen af van de beproefde methode van klassieke homeopathie. Het is jammer dat S. Hahnemann homeopathie juist ontwikkelde vanuit een wens om geneeskunde juist door wetenschappelijk onderzoek om te vormen in een betrouwbaar en zachtaardig systeem terwijl tegenwoordig homeopathie vaak bedreven wordt op basis van fantasieën, aannamen en spirituele ideeën die nogmaar weinig te maken hebben met betrouwbaarheid. Het lijkt erop dat men niet in staat is om de wildgroei van stromingen en methoden een halt toe te roepen en weer structuur en orde aan te brengen in het beoefenen van het beroep van klassieke homeopathie. Dat is bijzonder jammer aangezien de oorspronkele methode van klassieke homeopathie zoals uitgeoefend door bijvoorbeeld S. Hahnemann, James Tyler Kent en George Vithoulkas bijzonder effectief is en goede resulataten oplevert.

Jan Scholten

Jan Scholten is een Nederlandse homeopaat (geboren in 1951 in Helmond) die vrij bekend is geworden over de hele wereld. In eerste instantie studeerde hij scheikunde. Dit was echter te star en materieel dus ging hij zich op een gegeven moment met filosofie en geneeskunde bezig houden. Maar dit onderbrak hij met een periode van enkele jaren waarin hij een kunstgalerie opende. In 1982 studeerde hij af als arts. Daarna besloot hij zich met homeopathie bezig te houden en vanaf 1985 werkt hij als homeopathisch arts.

Vanwege zijn achtergrond ging hij op zoek naar een systeem binnen de homeopathische materia medica. Hij heeft zich gespecialiseerd in het indelen van middelen op basis van voornamelijk het scheikundig periodiek systeem. Hij splitst alles als het ware op in losse componenten en creëert door het samenvoegen van die componenten weer ‘nieuwe’ geneesmiddelbeelden, dus zonder een geneesmiddelproef te doen. Daardoor ontstaat een theoretisch model waarbij symptomen aan middelen worden toegeschreven die niet uit de praktijk of geneesmiddelproeven bekend zijn.

Rajan Sankaran

De laatste jaren (decennium) is Rajan Sankran populairder geworden binnen de klassieke homeopathie. Rajan Sankaran komt uit Mumbai, India en is geboren in 1960. Vanaf 1981 startte hij zijn homeopathie praktijk. Naast een klassieke opleiding, die hij vooral van zijn vader heeft gekregen, heeft hij zich verder ontwikkeld op drie vlakken: de sensaties, miasma’s en plantenindelingen.

Voor de mentaal/emotionele kant van de patiënt en de middelen, gaat hij vooral in op sensaties, wanen, dromen, gevoelens, etc. Volgens hem zit hierin de kern van de persoon. Vandaar dat hij termen zoals ‘basic delusion’, ‘situational materia medica’, ‘vital sensation’, ‘vital quest’, etc. heeft bedacht. Fysieke symptomen spelen een zeer ondergeschikte rol in zijn boeken al wordt hier en daar wel verwezen dat deze ook belangrijk zijn.

Ook heeft hij zich meer gericht op het indelen van middelen en patiënten in miasma’s. Samuel Hahnemann hanteerde drie categorieën (psora, sycose en syfilis), later is er nog een categorie bij gekomen (tuberculose). Rajan Sankran hanteerde echter een verdeling van meer dan vijftien miasma’s. Deze indeling verandert nog regelmatig.

Hij heeft ook geprobeerd iets te bedenken waarbij de werking van de middelen systematischer zijn. Zo werkt hij vooral met een indeling op basis van plantenfamilies of andere groepen. Dit model is echter puur theoretisch en gebaseerd op aannamen en generalisaties.

Ziekteclassificatie

Ewald Stöteler is ook een Nederlandse homeopaat die vooral bekend is geworden om zijn herinterpretatie en bestudering van de boeken en publicaties van Samuel Hahnemann. Hij heeft veel teksten bestudeerd en probeert nu zaken die volgens hem uit het oog zijn verloren weer te herintroduceren. Zo probeert hij ziekten en symptomen te classificeren en in te delen in groepen en geeft hij verschillende middelen tegelijk aan patiënten waardoor zijn systeem veel weg heeft van complex homeopathie. Veel van de principes die hij herintroduceert zijn gebaseerd op zijn persoonlijke herinterpretatie van Organon, Chronische ziekten en briefwisselingen van Samuel Hahnemann.

Complex en klinische homeopathie

Naast de klassieke homeopathie heeft ook de complex en klinische homeopathie een enorme vlucht genomen. Op het moment is homeopathie waarschijnlijk meer bekend vanwege deze toepassing van homeopathische middelen. Het enige dat klinische en complex homeopathie nog verbind met klassieke homeopathie is dat beide therapieen gebruik maken van homeopathische middelen. De manier waarop ze toegepast worden is echter totaal verschillend. Voor meer informatie zie het stuk over zelfzorgmiddelen in het artikel 'Diagnose, zelfzorgmiddelen en email consulten'.

Andere vormen van homeopathie

Er zijn in de hele geschiedenis van homeopathie verschillende stromingen en aftakkingen ontstaan. Sommigen van die stromingen worden nog wel gebruikt maar ook velen zijn weer opgehouden met bestaan. Voorbeelden zijn:

  • Isopathie: Men maakt een homeopathisch middel van de substantie die de ziekte daadwerkelijk veroorzaakt (bijv. arsenicum voor arsenicum vergiftiging). Isopathie is bedacht door een Duitse dierenarts in 1831.
  • Tautopathie: Vorm van isopathie waarbij men vooral homeopathische middelen maakt van medicijnen om de bijwerkingen of gevolgen van die medicatie te behandelen.
  • Orgaanmiddelen: Middelen die een effect zouden moeten hebben op organen. Men kijkt niet naar de klachten maar de organen die betrokken zijn.
  • Arbovitaal therapie: Toedienen van tincturen van bomen en planten (bedacht door Dr. Cooper).
  • Drainage: Een methode die vooral populair is in Frankrijk. Bepaalde homeopathische middelen worden gebruikt om het produceren van afscheidingen te promoten.

Er zijn soms ook geneeswijzen bedacht door voormalig homeopaten. Edward Bach was bijvoorbeeld een klassiek homeopaat die later de bachbloesemtherapie bedacht en daarmee verder ging. Omdat er verschillende vormen van homeopathie ontstonden bedacht men op een gegeven moment dat men een term moest bedenken om de oorspronkelijke vorm van homeopathie aan te duiden. Men kwam toen op het idee om het klassieke homeopathie te gaan noemen, klassiek in de zin van oorspronkelijk.

In principe ontstonden in de loop van de tijd van homeopathie drie stromingen binnen de homeopathie: klassieke homeopathie, klinische homeopathie en complex homeopathie. In het hoofdstuk ‘Wat is homeopathie?’ staan deze drie vormen uitgebreid beschreven. De complex en klinische homeopathie zijn vormen van homeopathie die in principe ver af staan van de oorspronkelijke klassieke homeopathie en in zekere zin een afgeslankte versie zijn. Men werkt wel met homeopathische middelen maar de basisprincipes van homeopathie worden nauwelijks nog gebruikt.

Beoordeling

Hier kunt u uw mening over het artikel geven.

Uw beoordeling

Eventuele opmerkingen:

Eventueel uw email:

Anti-spam: hoeveel is 5+6?

   

Bronnen en interessante links

  • R. Haehl; Samual Hahnemann - his lif & work (vol 1 & 2); 2001 edition; B. Jain Publishers
  • W. Ameke; History of homeopathy; 2007 edition; B. Jain Publishers
  • T.L. Bradford; Life and letters of Hahnemann; 1999 reprint edition; B. Jain Publishers
  • Cook, T.M.; Samuel Hahnemann Biografie; 1992; Homeovisie
  • S. Hahnemann; Organon of medicine; 6th edition, 1990 reprint; B. Jain Publishers
  • E. Stöteler; Hahnemann begrijpen; first edition 2003; Emryss bv publishers
  • www.hpathy.com
  • www.nl.wikipedia.org/wiki/Paracelsus
  • www.homeoint.org
  • www.homeoint.org

Met betrekking tot het gebruik van deze informatie zijn er een aantal dingen die belangrijk zijn om te weten. Deze informatie vindt u via deze link.

 

 

Nieuws

Copyright 2012-2024 Klassieke Homeopathie Rob Willemse - webdesign Lutra Design